De maand januari in het nieuwe jaar is bijna om. Werkgever zorg dat de werknemers tijdig de resterende vakantiedagen van vorige jaar opneemt! De wettelijke vakantiedagen van de werknemer van vorige jaar vervallen met ingang van 1 juli a.s. Op de werkgever rust een zorg- en informatieplicht om de werknemer daarop te wijzen. De verplichting gaat zover, dat de werkgever er ook daadwerkelijk voor dient te zorgen, dat die vakantiedagen nog in de eerste 6 maanden van het nieuwe jaar worden opgenomen.
De vakantiedagen, het wettelijk kader
Het wettelijk kader van de vakantiedagen hebben wij al vaker in een blog beschreven. Hierin wordt uitgelegd hoe de vakantiedagen worden opgebouwd, wanneer deze vervallen of verjaren en wanneer je deze mag genieten.
De wettelijke vakantiedagen
De wet stelt alleen de minimum vakantieaanspraak vast (artikel 7:634 BW). Voor de opbouw van vakantiedagen is de aanspraak op loon beslissend. Die minimum vakantieaanspraak wordt ook de “wettelijke vakantiedagen” genoemd. De wettelijke vakantiedagen per jaar bereken je door 4 x de overeengekomen arbeidsduur per week te nemen. Bij een volledige werkweek van 40 uur, heeft de werknemer recht op 4 volle weken vakantie per kalenderjaar met behoud van loon.
De bovenwettelijke vakantiedagen
De meeste werkgevers en CAO’s kennen meer vakantiedagen toe dan dit minimum. Die dagen die meer worden toegekend, zijn de “bovenwettelijke vakantiedagen”. De bovenwettelijke vakantiedagen verjaren 5 jaar na afloop van het kalenderjaar waarin zij zijn ontstaan.
Vervallen van de wettelijke vakantiedagen
De wettelijke vakantiedagen vervallen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij werknemer niet in staat is geweest vakantie op te nemen (artikel 7:640a BW). De vorig jaar opgebouwde wettelijke vakantiedagen vervallen dus in beginsel met ingang van 1 juli a.s. Werkgevers nemen het vervallen van die wettelijke vakantiedagen regelmatig te snel en te makkelijk aan.
Verregaande informatie- en zorgplicht van de werkgever
Al in 2018 in het Max Planck-arrest van het Europese Hof van Justitie is bepaald, dat de werkgever een verregaande informatie- en zorgplicht heeft. De werkgever dient er op toe te zien, dat de werknemer zijn vakantiedagen jaarlijks tijdig opneemt. Zo nodig moet de werkgever de werknemer formeel ertoe aan zetten vakantiedagen op te nemen. Vakantiedagen zijn er om rust en ontspanning aan de werknemer te bieden. De werkgever dient de werknemer tijdig en duidelijk te waarschuwen, dat vakantiedagen die niet tijdig zijn opgenomen, vervallen. Dat wil zeggen, dat vakantiedagen verloren gaan. De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemer daadwerkelijk tijdig in staat is zijn vakantie op te nemen. Op de werkgever rust jegens de werknemer dus een vergaande zorg- en daarmee samenhangende informatieverplichting.
Werkgever dient concreet en actief te handelen
Uit een uitspraak van het Gerechtshof is duidelijk dat die informatie- en zorgplicht van de werkgever ook in Nederland ten aanzien van het opnemen van vakantiedagen geldt. De werkgever zal zo nodig moeten bewijzen, dat hij de werknemer vaak heeft gewezen op het risico, dat de wettelijke vakantiedagen gaan vervallen als hij ze niet tijdig opneemt. De werkgever dient er zelfs concreet en actief voor te zorgen, dat de werknemer vakantiedagen opneemt. De werkgever moet niet alleen wijzen op de verplichting, dat vakantiedagen tijdig moeten worden opgenomen. Nee, de werkgever moet zo nodig zelfs met de werknemer gaan zitten en afspreken welke dagen, hij wanneer opneemt. Dit moet zodanig tijdig, dat alle vakantiedagen tijdig in het kalenderjaar, maar uiterlijk in die zes maanden daarna, ook echt genoten worden door de werknemer. In dit geval kon de werkgever niet aantonen, dat hij concreet en tijdig met de werknemer afspraken had gemaakt. De vakantiedagen zijn daardoor niet vervallen. De werkgever diende bij einde arbeidsovereenkomst alle niet genoten-vakantiedagen uit te betalen.
Zieke werknemer en vakantiedagen
Ook een zieke werknemer bouwt vakantiedagen op. Op grond van de wet (artikel 7:637 BW) kan tijdens arbeidsongeschiktheid slechts met schriftelijke instemming van de werknemer vakantiedagen worden afgeschreven. Daarbij houdt de zieke werknemer nog tenminste recht op de wettelijke vakantiedagen. Ook kan bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald, dat bij een zieke werknemer de bovenwettelijke vakantiedagen kunnen worden afgeschreven. Ook dan blijven dus de wettelijke vakantiedagen staan.
Wettelijke vakantiedagen en ziekte
In een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 5 december 2022 maakt een werknemer aanspraak op uitbetaling van zijn niet-genoten vakantiedagen. Die vordering omvatte de wettelijke vakantiedagen van 2020 en 2021. Dit zijn de 2 jaar dat werknemer volledig arbeidsongeschikt was en niet kon re-integreren. Werkgever maakt bezwaar zich tegen de uitbetaling van de wettelijke vakantiedagen, omdat werknemer enkele dagen naar het buitenland is geweest. Bovendien heeft de werkgever bij e-mail van 20 november 2020, al gevraagd om opgave van de genoten vakantiedagen in 2020 te doen, omdat hij er anders van uitgaat dat geen saldo meer openstaat. De werknemer stelt daarover, dat hij die dagen niet heeft genoten, maar vooral op een stretcher lag.
De kantonrechter oordeelt
De kantonrechter overweegt dat de aanspraak op de wettelijke vakantiedagen vervalt zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Dit doet zich met name voor als een werknemer volledig arbeidsongeschikt is en hem geen verplichtingen tot re-integratie zijn opgelegd. De werknemer heeft in dit geval aannemelijk gemaakt, dat hij niet in staat is geweest om voor de afloop van de vervaltermijn zijn minimum vakantieaanspraken, de wettelijke vakantiedagen, te genieten. De kantonrechter oordeelt daarom dat de wettelijke vakantiedagen niet zijn vervallen. En ook voor die dagen (net als bij bovenwettelijke vakantiedagen) een verjaringstermijn van 5 jaar geldt. Die is evenmin voorbij. De vakantiedagen moeten daarom worden uitbetaald.
Conclusie
De wettelijke vakantiedagen vervallen niet zo maar 6 maanden na afloop van het kalenderjaar waarin zij zijn ontstaan. De werkgever heeft niet alleen een verregaande informatie- en zorgplicht naar de werknemer om werknemer te informeren over een dreigend verval. De werkgever dient er zelfs concreet en actief voor te zorgen, dat de werknemer die vakantiedagen opneemt. Dat geldt ook voor een zieke werknemer. Ga dus al in het kalenderjaar zitten met de werknemer en bepaal samen wanneer vakantiedagen worden opgenomen. Zorg dat er duidelijke schriftelijk instemming van werknemer met die afspraken ligt. Doe dat, wanneer het jaar net voorbij is en er staan nog wettelijke vakantiedagen open, zo nodig vanaf januari van het volgende jaar iedere maand, voordat de 6 maanden om zijn. Alleen zo vervallen wettelijke vakantiedagen mogelijk.
Heeft u vragen over vakantiedagen, het opnemen ervan, of het vervallen? Wil u weten hoe met vakantiedagen ingeval van ziekte wordt omgegaan? Neem contact op met Advocaten van Waerde via telefoon 033-820 03 88 of email info@advocaten-van-waerde.nl