Bij de bouw of verbouw van een woning spreken de aannemer en de opdrachtgever de prijs voor het werk af. Het is echter mogelijk dat er gedurende het werk wijzigingen worden aangebracht. Die kunnen extra kosten met zich meebrengen. Wie betaalt dit meerwerk?
Meerwerk
Een opdrachtgever kan na de opdracht nog toevoegingen of veranderingen verlangen. Dit is meerwerk. Op grond van de wet (Artikel 755 Burgerlijk Wetboek Boek 7) heeft een aannemer recht op een prijsverhoging wanneer er toevoegingen of veranderingen zijn in het overeengekomen werk. De aannemer heeft echter niet zonder meer recht op deze prijsverhoging.
Waarschuwingsplicht
De aannemer moet de opdrachtgever tijdig waarschuwen dat de toevoegingen of veranderingen leiden tot een hogere prijs. De reden daarvoor is dat een opdrachtgever dan nog de gelegenheid heeft om te beslissen of hij de aannemer het meerwerk wil laten uitvoeren ondanks de hogere prijs. Dit betekent dat de aannemer de opdrachtgever tijdig moet waarschuwen. En dus niet wanneer het meerwerk al (bijna) is uitgevoerd.
Instemming opdrachtgever
Het is niet vereist dat de opdrachtgever schriftelijk instemt met de prijsverhoging. Een mondelinge instemming is voldoende. Wanneer er echter discussie ontstaat over de vraag of is ingestemd met een prijsverhoging, is dit met een mondelinge instemming vaak lastiger te bewijzen. Een aannemer zal daarom vaak schriftelijk bewijs van de toestemming van het meerwerk vragen.
Uitzondering
De plicht voor de aannemer om de opdrachtgever op de prijsverhoging te wijzen, geldt niet wanneer de opdrachtgever uit zichzelf had moeten begrijpen dat er een prijsverhoging zou zijn. Dit laatste hangt af van de mate van deskundigheid van de opdrachtgever. Vaak zal een opdrachtgever wel begrijpen dat meerwerk zal leiden tot enige prijsverhoging. Het is echter de vraag of hij een reëel beeld heeft van de concreet te verwachten meerkosten. Het is de vraag of de aannemer dit moet verstrekken.
In een recente uitspraak van de Hoge Raad is bepaald dat dit niet hoeft. Het is aan de opdrachtgever om zich, nadat hij tijdig door de aannemer is gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging of indien hij die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, desgewenst te verstaan met de aannemer omtrent de omvang van de prijsverhoging. Vervolgens kan de opdrachtgever beslissen of hij de gewenste toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk wil opdragen.
Vaste aanneemsom of regieovereenkomst
Het voorgaande is van toepassing wanneer partijen een vaste aanneemsom zijn overeengekomen. Het gaat dan om extra kosten (meerwerk) bovenop de overeengekomen aanneemsom.
Soms wordt er echter ook een zogenoemde regieovereenkomst gesloten. In dat geval bestaat de prijs uit een vergoeding van de werkelijke uitvoeringskosten van het werk. Deze vorm van een aannemingsovereenkomst kan worden gebruikt wanneer van tevoren nog niet goed kan worden bepaald welke werkzaamheden, en in welke omvang die werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. De opdrachtgever betaalt dan de werkelijke kosten. De meerwerkbepaling is dan niet van toepassing.
Gevolg van niet tijdig waarschuwen
Wanneer de aannemer de opdrachtgever niet tijdig waarschuwt voor de prijsverhoging, loopt hij het risico dat hij geen aanspraak heeft op de prijsverhoging voor het uitgevoerde meerwerk. De aannemer heeft dan extra werkzaamheden verricht die hij niet vergoed krijgt. Het is dus van groot belang voor een aannemer om tijdig te waarschuwen. Die waarschuwingsplicht geldt ook voor onjuistheden in de opdracht, gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, en fouten of gebreken in bepaalde stukken verstrekt door de opdrachtgever.
Grote consequenties
Het schenden van de waarschuwingsplicht kan grote consequenties hebben. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 10 november 2021. In die zaak vorderde de aannemer meerkosten van meer dan € 200.000,– (bij een overeengekomen aanneemsom van € 950.000,-). De opdrachtgever betwistte echter dat hij opdracht had gegeven voor het meerwerk. Het meerwerk zou zijn opgedragen door de huurders/gebruikers van het pand.
Er was geen schriftelijke bevestiging van het opgedragen meerwerk. De aannemer kon een mondelinge opdracht of instemming van het meerwerk door de opdrachtgever niet bewijzen. De opdrachtgever hoefde daarom het meerwerk ten bedrage van € 200.000,– niet te betalen.
Ongerechtvaardigde verrijking
In de hiervoor genoemde procedure, stelde de aannemer zich nog op het standpunt dat de opdrachtgever was verrijkt. De rechtbank heeft dit beroep afgewezen. De opdrachtgever had namelijk aangegeven dat (enkel) de gebruikers/huurders van het pand profiteerden van de uitgevoerde werkzaamheden. Het pand was door de werkzaamheden ook niet meer waard geworden. Er was geen sprake van een verrijking. De aannemer kon dus fluiten naar zijn centen.
Conclusie
Meerwerk kan aanleiding geven tot discussies. Uit het voorgaande blijkt maar weer dat om discussies te voorkomen, het goed is om afspraken duidelijk vast te leggen. Dat geldt zeker bij de waarschuwingsplicht voor meerwerk. Anders loopt een aannemer het risico dat hij meerwerk niet in rekening kan brengen. Van de andere kant: wanneer het voor een opdrachtgever duidelijk is dat er kosten zitten aan extra werkzaamheden, dan kan het toch zijn dat daarvoor betaald moet worden. Wees je daarvan bewust.
Vragen
Wanneer u twijfelt of er aanspraak gemaakt kan worden op betaling van meerwerk of andere vragen hebt over een aannemingsovereenkomst, neem dan gerust contact op om uw vraag voor te leggen. Op deze pagina leest u andere onderwerpen die een rol kunnen spelen bij een aannemingsovereenkomst. Ik help u graag om de situatie te beoordelen. U kunt daarvoor contact opnemen met Advocaten van Waerde via telefoon 033 820 03 88 / 06 21 51 59 65 of e-mail info@advocaten-van-waerde.nl