Mail
 in Arbeidsrecht, Cao, Lockdown
min-uren dienen ingehaald

Min-uren mogen worden ingehaald

Het personeel van Wibra dient een deel van de door de lockdown gemiste werkuren, de min-uren, in te halen. De kantonrechter heeft dit op 5 juli 2021 in kort geding bepaald. De kantonrechter staat het inhalen van min-uren toe, gelet op de tekst van de geldende cao.  Let wel, het gaat over de tijdens de tweede lockdown gemaakte min-uren. Tijdens de eerste lockdown hebben vakbonden en werkgevers afgesproken dat die min-uren niet hoeven worden ingehaald. Voor de tweede (gedeeltelijke) lockdown van 16 december 2020 tot 28 april 2021 is die afspraak niet opnieuw gemaakt. Dit heeft tot gevolg, dat ondanks dat het personeel niet werkt door de lockdown, de cao wel blijft gelden. Dit geldt niet alleen bij Wibra, maar bij alle winkelbedrijven in de Non-Food waarop de CAO Retail Non Food van toepassing is.

CAO Retail Non Food

Wibra, als winkelbedrijf in non-food, past toe de CAO Retail Non Food.  De cao die nu van toepassing is loopt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2022. Deze cao is algemeen verbindend verklaard. Dit betekent dat alle werkgevers in de Non-Food deze cao moet naleven. Ook in de arbeidsovereenkomsten bij Wibra wordt de cao van toepassing verklaard. Artikel 4 van die cao bepaalt dat werknemers flexibel kunnen werken. De contracturen worden vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Daarvoor krijgt de werknemer een vast salaris. Gedurende een periode van 1 jaar moet de werknemer gemiddeld de contracturen werken. Dat jaar is het zogenaamde refertejaar. Gedurende dat jaar geldt een bandbreedte van + en – 35% op de contracturen met een minimale bandbreedte van + of – 6 uur.

Voorbeeld: De werknemer werkt gemiddeld 20 contracturen per week. Wekelijks mag die werknemer + of – 7 uren werken. Na die 12 maanden vervallen de min-uren en worden plus-uren alsnog uitbetaald. Bij Wibra is de referteperiode van 1 januari tot en met 31 december van enig jaar. In dit kort geding stond de vraag centraal of de ontstane min-uren 2021 dienen te worden ingehaald. Die min-uren zijn veroorzaakt door de gedeeltelijke lockdown ten gevolge van de coronapandemie.

Standpunt van de FNV

De FNV stelt: Wibra dient de op basis van de cao genoteerde min-uren 2021 te schrappen. Die min-uren moeten anders later in het jaar worden ingehaald. Die min-uren zijn het gevolg  van overheidsmaatregelen in verband met de winkelsluiting door de coronapandemie . Het niet kunnen werken door het personeel in deze periode ligt hierdoor in de risicosfeer van de werkgever. Volgens de FNV zou bij het inhalen van de min-uren later in het jaar feitelijk ‘gratis’ worden gewerkt.

Daarnaast stelt de FNV: Voor zover Wibra al gerechtigd zou zijn om min-uren te schrijven zoals zij doet, kan dit in ieder geval niet voor die uren die zij op grond van de Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) gecompenseerd heeft gekregen of krijgt. Dat is in strijd met ‘goed werkgeverschap’. Het doel van die NOW-regeling is baanbehoud. Omdat 80% van de loonkosten op grond van NOW-regeling ten laste van de overheid komt, worden deze, afhankelijk van het aantal min-uren, geheel of gedeeltelijk gesubsidieerd. Als de werknemers de min-uren vervolgens moeten inhalen, dan werken ze geheel of gedeeltelijk gratis voor Wibra en dat kan niet bedoeling zijn van de regeling en dat is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Min-uren inhalen bij Wibra

Het voorlopig oordeel van de kantonrechter in dit kort geding is: In de arbeidsovereenkomsten heeft Wibra de CAO Retail Non Food van toepassing verklaard. De werknemers hebben die arbeidsovereenkomsten getekend. De werknemers hebben daarmee ingestemd met het van toepassing zijn van de cao. De cao maakt flexibel werken mogelijk. Werknemers ontvangen maandelijks voor de afgesproken gemiddelde contracturen een vast salaris. Van de gemiddelde contracturen mag wekelijks + of – 35% worden afgeweken. Dit zijn de zogenaamde plus- of min-uren. Aan het eind van het jaar wordt beoordeeld of de gemiddelde contracturen zijn gewerkt. Dit betekent voor Wibra personeel dat vanaf 1 januari 2021 door de (gedeeltelijke) lockdown tot 35% van de overeengekomen contracturen genoteerd mogen worden als min-uren. Die min-uren moet de werknemer dan gedurende de rest van het jaar 2021 inhalen. Zo werkt de werknemer over heel 2021 alsnog de overeengekomen contracturen, waarvoor ook maandelijks het salaris is ontvangen.

Dit oordeel van de kantonrechter verbaast mij niet. In februari 2021 begon in de pers de discussie al dat werknemers ‘gratis’ min-uren zouden moeten inhalen na de lockdown. In een blog heb ik toen al aangegeven dat dit veel genuanceerder ligt. Veel cao’s kennen bij flexibel werken een bandbreedte van + of – 35 %  op de contracturen. Die blog is hier terug te lezen.

Goed werkgeverschap?

De FNV vindt ook dat Wibra zich niet als ‘goed werkgever gedraagt door de min-uren niet af te boeken, omdat Wibra tijdens deze lockdown ook NOW-subsidie heeft ontvangen. Wanneer bij  werknemers min-uren worden genoteerd die later moeten worden ingehaald, worden die min-uren bij de werknemers ‘in rekening gebracht’. Die werknemers werken dan geheel of gedeeltelijk ‘gratis’ voor Wibra. Volgens de FNV is dit niet de bedoeling van de NOW-regeling.

De kantonrechter overweegt hierover: De FNV miskent hiermee dat de NOW-subsidie door Wibra op juiste wijze is aangewend. Wibra heeft daarmee de maandelijkse betaling van de overeengekomen (basis)lonen aan de werknemers gedaan. De NOW-subsidie is gerelateerd aan het omzetverlies van een onderneming. Ook als de werknemers wel hun gemiddeld aantal uren hadden gewerkt en Wibra had toch omzetverlies geleden, had Wibra van de NOW-regeling gebruik kunnen maken om aan haar loonbetalingsverplichting te kunnen voldoen. De kantonrechter wijst dit argument van de FNV daarom af. Ook ondanks de NOW-subsidie mogen de min-uren worden ingehaald.

Collectieve actie van de vakbond FNV

De FNV heeft op grond van artikel 3:305a BW een groepsactie ingesteld tegen Wibra. FNV als vakbond kan dit ter bescherming van haar leden en werkenden in het algemeen op basis van haar statuten. De FNV is als vakbond niet betrokken geweest bij het tot stand komen van deze CAO Retail Non Food 2021/2022. Dat is de FNV echter al vele jaren daarvoor ook niet. De kantonrechter overweegt, dat de FNV deze procedure wel kan starten omdat zij zoveel leden heeft en daarmee namens werkenden de vraag voorlegt of min-uren mogen worden ingehaald.

Maatschappelijke kwestie

Deze CAO Retail Non Food is van toepassing in veel (groot)winkelbedrijven. Al die winkels hebben door de coronapandemie te maken gehad met de (gedeeltelijke) lockdown van december 2020 tot en met mei 2021. Bij veel werknemers in deze branche zullen dan ook min-uren ontstaan zijn. Het aantal min-uren is afhankelijk van de van toepassing zijnde referteperiode bij die werkgever. Het hangt van de werkgever af of deze min-uren vanaf mei 2021, na beëindiging van de lockdown, toch nog moeten worden ingehaald. De ene werkgever scheldt die min-uren kwijt, anderen laten de min-uren inhalen. Werkgevers- en werknemersorganisaties doen er goed aan samen ook over de min-uren tijdens de tweede (gedeeltelijke) lockdown afspraken te maken voor al het personeel werkzaam in deze branche.

Advies over cao met bandbreedte +/-35%

Wilt u als werkgever of werknemer weten of  in uw situatie gewerkt mag worden met een bandbreedte van +/-35% voor de gewerkte uren? Wilt u iets weten over de referteperiode en de gevolgen  daarvan? Zowel werkgever als werknemers kunnen met vragen hierover contact opnemen met de advocaten arbeidsrecht bij Advocaten van Waerde in Amersfoort: telefoon 033 8200388 / 06 82572070 of e-mail: info@advocaten-van-waerde.nl.

Laatste blogartikelen
Call Now Button Bel voor advies