Werknemer is sinds 1 september 1992 in dienst van een werkgever. Hij is als bedrijfsverzorger werkzaam op boerenbedrijven bij afwezigheid van de boer. Tijdens zijn dienstverband was werknemer al vaker langdurig (meerdere maanden) ziek geweest. Werknemer had ook al eens een officiële waarschuwing gehad voor zwart werken tijdens ziekte. Werknemer wordt op staande voet ontslagen wanneer zijn werkgever vaststelt, dat de werknemer tijdens ziekte nevenwerkzaamheden verricht in de bloemenzaak van zijn partner. Is dit ontslag op staande voet terecht of niet?
Zonder toestemming geen nevenwerkzaamheden
Naar aanleiding van de eerdere waarschuwing voor zwart werken tijdens ziekte heeft werkgever ook een addendum op de arbeidsovereenkomst opgesteld. Hierin staat onder meer, dat werknemer alleen nevenwerkzaamheden mag verrichten met toestemming van werkgever. Bovendien mogen deze nevenwerkzaamheden geen negatief effect hebben op zijn werkzaamheden bij werkgever. Op overtreding van het beding staat een boete. Werknemer heeft dit addendum op de arbeidsovereenkomst getekend. Dit maakt daarmee deel uit van de arbeidsovereenkomst.
Nevenwerkzaamheden
In de wet wordt het begrip “nevenwerkzaamheden” niet gebruikt. Volgens artikel 7:653a BW gaat het om het verrichten van arbeid voor anderen buiten de tijdstippen waarop de werknemer arbeid verricht bij zijn werkgever. Het gaat dus om werkzaamheden naast (neven) zijn werk bij de werkgever.
Een bedrijfsongeval en passende werkzaamheden
Nadat een koe tijdens de re-integratie van werknemer op 6 juli 2021 hard tegen de rechterarm van werknemer trapte, wordt werknemer weer volledig arbeidsongeschikt. Op 23 september 2021 wordt werknemer door de bedrijfsarts nog onvoldoende hersteld geacht voor zijn eigen werkzaamheden. Aanleiding voor werkgever te onderzoeken of er andere passende werkzaamheden voor werknemer zouden zijn. Werkgever bood werknemer uiteindelijk op 12 oktober 2021 lichte kantoorwerkzaamheden aan. Werknemer weigerde deze werkzaamheden tot twee keer toe te verrichten.
Loonsanctie wegens weigeren passende werkzaamheden
Bij brief van 13 oktober 2021 heeft werkgever aan werknemer medegedeeld, dat de loonbetaling wordt stopgezet. Werknemer weigert de passende re-integratiewerkzaamheden te verrichten. Maar tijdens een consult bij de bedrijfsarts op 15 oktober 2021 wordt geconstateerd, dat de klachten van werknemer waren toegenomen. Werknemer diende zijn rechter arm volledig te ontzien. De voorgestelde lichte kantoor werkzaamheden konden niet. Toch maakte werkgever de loonsanctie van drie dagen ad € 404,55 bruto niet direct ongedaan.
Tweede loonsanctie wegens niet naar bedrijfsarts gaan
Op 2 mei 2022 was werknemer niet bereikbaar voor de bedrijfsarts. De volgende dag heeft werknemer een gesprek met de re-integratieconsulent voor het 2e spoor afgezegd. De werkgever schort de betaling van het loon op. Maar op 12 mei 2022 constateert de bedrijfsarts, dat werknemer niet belastbaar is voor arbeid. Daarnaast zou op korte termijn een nadere medische behandeling plaatsvinden. Op grond hiervan achtte de bedrijfsarts werknemer preventief gedurende 8 weken daarna ook niet belastbaar is. Hierna is het plan van aanpak aangepast. Hoewel werknemer in tweede instantie wel meewerkte met de bedrijfsarts, heeft werkgever de tweede loonsanctie ad € 835,20 bruto niet direct ongedaan gemaakt.
Nieuwe arbodienst
Op 1 juni 2022 gaat werkgever over naar een andere arbodienst. De nieuwe bedrijfsarts concludeert dan na een telefonisch onderhoud met werknemer, dat er wel benutbare mogelijkheden zijn. Omdat werknemer het hier niet mee eens was, werd er een fysiek consult ingepland voor 27 juli 2022.
Op 28 juni 2022 heeft werknemer telefonisch aan werkgever aangegeven het niet eens te zijn met de bedrijfsarts. Hij vond dat hij niet inzetbaar was voor zijn eigen werkzaamheden of voor aangepast werk. Volgens werknemer kon hij door zijn klachten niet duwen, trekken, tillen en dragen.
Anonieme tip over werkzaamheden door werknemer
Op 17 juni 2023 had werkgever een anonieme tip ontvangen. Werknemer zou ondanks zijn volledige arbeidsongeschiktheid in de bloemenwinkel van zijn partner werkzaamheden uitvoeren. Werkgever heeft een recherchebureau ingeschakeld voor een onderzoek. In het onderzoeksrapport van 25 juli 2022 staat, dat werknemer op een 4-tal dagen (23, 28 en 29 juni en 20 juli 2022) steeds rond 17.00 uur met spullen sjouwde rond genoemde bloemenwinkel. Daarvan zijn foto’s gemaakt. Tevens staat in het rapport een foto van de facebook-pagina van de bloemenwinkel. Daarop staat, dat de partner van werknemer “samen met [kind] en partner [=werknemer] dagelijks boeketten, arrangementen en decoraties” verzorgt.
Werknemer wordt gehoord
De rechercheurs hebben werknemer op 25 juli 2022 gehoord. Daarbij had hij zijn arm in een brace en wilde hij geen hand geven, omdat hij dit niet zou kunnen. In eerste instantie ontkende werknemer alles en stelde niets af te weten van werken in de bloemenzaak. Nadat hij de foto’s te zien kreeg waarop hij aan het sjouwen, duwen, trekken is, gaf werknemer direct toe in en om de bloemenzaak te hebben gewerkt en dat hij daartegen niets meer kon inbrengen. Ook gaf hij min of meer aan toch al klaar te zijn met zijn werk voor werkgever.
Ontslag op staande voet
Nog diezelfde dag wordt werknemer op staande voet door zijn werkgever ontslagen. Dit wordt bevestigd in een brief van 25 juli 2022. In die brief wordt erop gewezen dat werknemer stelt geen passende arbeid te kunnen verrichten. Er wordt gerefereerd aan het onderzoek van het recherchebureau en de fysieke werkzaamheden, waaronder zwaardere til werkzaamheden, die werknemer in de bloemenzaak heeft verricht. Mijn kantoorgenoot schreef al eerder een blog over ontslag en ziekte.
Als dringende redenen voor het ontslag op staande voet worden door werkgever aangevoerd: Dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan bedrog. Hij was niet eerlijk over zijn belastbaarheid en verzweeg dat hij werkzaamheden verrichtte in de bloemenwinkel van zijn partner. Daarnaast wordt aangehaald dat werknemer hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten van werkgever. Zou zou hij herhaaldelijk de re-integratie verplichtingen niet nakomen. Hij weigert passende werkzaamheden te verrichten. En hij houdt zich niet aan het verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden. Kortom, volgens werkgever heeft werknemer grovelijk zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst veronachtzaamd, ook door zijn energie te steken in het verrichten van werkzaamheden elders in plaats van voor werkgever. Werknemer heeft aldus volgens de werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld en geen aanspraak op de transitievergoeding.
Protest tegen ontslag op staande voet
Na een protestbrief tegen het ontslag op staande voet verzoekt werknemer in de procedure: Het op 25 juli 2022 gegeven ontslag op staande voet te vernietigen. Hem weer te werk te stellen met doorbetaling van het loon en emolumenten, alsook daarover te betalen de wettelijke verhoging en wettelijke rente. Indien het ontslag op staande voet toch stand zou houden verzoekt werknemer nog wel hem de transitievergoeding toe te kennen.
De werkgever voert daartegen verweer zoals omschreven in bovengenoemde ontslagbrief.
Oordeel kantonrechter

Yvonne Weernink
Hoewel het onderzoek door het Recherchebureau beperkt wordt geacht, vindt de kantonrechter voldoende vaststaan, dat een behoorlijke mate van opzet tot misleiding is geweest door werknemer. Het verschil tussen helemaal niks kunnen en behoorlijk sjouwen en tillen is niet anders te verklaren. Daarnaast is ook voldoende aannemelijk dat het niet om incidentele werkzaamheden ging nu werknemer op de Facebook pagina van de bloemenwinkel als medewerker werd opgevoerd.
Ook mag aan de arbeidsmoraal van werknemer getwijfeld worden. Immers had werknemer tijdens een voorafgaande ziekteperiode nog zwart gewerkt voor een ander dan werkgever. Werkgever was toen coulant geweest en had enkel een addendum aan de arbeidsovereenkomst laten tekenen. Zonder toestemming mocht werknemer geen nevenwerkzaamheden verrichten. Toch verrichtte werknemer tijdens ziekte, zonder toestemming, nu weer werkzaamheden voor zijn partner in de bloemenwinkel. Het ontslag op staande voet wordt rechtsgeldig geacht.
Omdat volgens de kantonrechter sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer, wordt aan hem geen transitievergoeding toegekend.
Conclusie
Tijdens ziekte dient de werknemer zich te houden aan de wettelijke regels rondom re-integratie en de gemaakte afspraken met betrekking tot nevenwerkzaamheden. Zo nodig kan een werkgever een loonsanctie opleggen door het loon op te schorten of stop te zetten. En in het uiterste geval zelfs overgaan tot ontslag op staande voet. Mocht u hier meer over willen weten, dan kunt u contact opnemen met Advocaten van Waerde via telefoon 033- 820 03 88 of e-mail info@advocaten-van-waerde.nl.