Mail
 in Arbeidsrecht, vakantiedagen

Een werknemer, een advocaat, claimt bij de beëindiging van het dienstverband nog 251 openstaande vakantiedagen. Is dit nog mogelijk? Zijn deze niet vervallen of verjaard? Het Gerechtshof Den Haag vindt van niet.

De vakantiedagen, het wettelijk kader

Over het wettelijk kader van de vakantiedagen heb ik al eens een blog geschreven. Deze is hier te vinden. Hierin leg ik uit hoe de vakantiedagen worden opgebouwd, wanneer deze verjaren of vervallen en wanneer je deze mag genieten.

De wettelijke vakantiedagen vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin deze zijn opgebouwd. Er is wel een belangrijke wettelijke voorwaarde verbonden aan het verval van deze dagen en wel de volgende. De werknemer moet redelijkerwijs in staat zijn geweest om daadwerkelijk zijn vakantie op te nemen.

In dit kader zijn 2 uitspraken van het Europese Hof van Justitie van belang. Deze zijn hier en hier te vinden. Het Europese Hof van Justitie heeft, onder meer, bepaald, dat met betrekking tot het genieten van de vakantiedagen een zorg- en informatieverplichting ligt bij de werkgever. Dit gaat niet zo ver, dat een werkgever een werknemer kan verplichten om met vakantie te gaan. Een werkgever kan enkel een werknemer er “formeel” toe aanzetten om zijn vakantiedagen op te nemen.

Het komt er op neer, dat een werkgever er concreet voor moet zorgen, dat de werknemer daadwerkelijk in het in de gelegenheid wordt gesteld om met vakantie te gaan. Een onderdeel hiervan is, dat de werkgever tijdig en zeer duidelijk de werknemer er op moet wijzen, dat hij niet genoten vakantiedagen zal verliezen als deze niet tijdig worden opgenomen. De bewijslast rust ook op de werkgever. Dit bleek ook in een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.

Het Gerechtshof Den Haag

In deze zaak verzocht de werknemer, een advocaat, uitbetaling van 251,25 niet genoten vakantiedagen. De werkgever was van mening, dat het merendeel van deze dagen inmiddels was komen te vervallen. De uitspraak is hier te vinden.

De werkgever stelde in deze zaak, dat zij de werknemer er op had gewezen wat de gevolgen voor zijn vakantiedagen zouden zijn als hij deze niet zou opnemen. Verder stelt de werkgever dat de werknemer het geen probleem vond als deze dagen zouden vervallen. Daarnaast zou de werkgever ook de werknemer meerdere malen hebben aangespoord om vakantie te nemen, maar dat wilde hij niet. Het Gerechtshof Den Haag vond een en ander te mager.

Uit deze verklaring valt niet af te leiden hoe vaak, op welke moment en op welke wijze de werkgever, de werknemer heeft gewezen op het verval van zijn vakantiedagen. De verklaring geeft dus geen uitsluitsel over hoe concreet en actief de werkgever ervoor heeft gezorgd dat de werknemer daadwerkelijk de mogelijkheid had om de vakantie op te nemen. Het was, aldus het Gerechtshof Den Haag, niet duidelijk of de werknemer er formeel toe was aangezet en of hij tijdig was geïnformeerd over het verval van zijn vakantiedagen. Een en ander conform de uitspraken van het Europese Hof van Justitie.

Het enkele feit, dat de werknemer advocaat was, maakte niet dat de zorg- en informatieverplichting van de werkgever minder vergaand zou zijn. Het oordeel van het Gerechtshof Den Haag was dan ook dat de vakantiedagen niet zijn komen te vervallen.

Conclusie

Uit deze uitspraak blijkt, dat het verstandig is voor werkgevers om op gezette tijden hun werknemers er duidelijk op te wijzen, wat de consequenties zijn als er geen vakantie wordt opgenomen. Van de werkgever wordt hier een actieve houding c.q. opstelling verwacht. Gebeurt dit niet, dan kan er zo maar een stuwmeer aan vakantiedagen ontstaan, die op enig moment zal moeten worden uitgekeerd aan de werknemer.

Voor vragen over vakantiedagen in de breedste zin des woords kunt u contact opnemen met de advocaten arbeidsrecht van de Advocaten van Waerde: telefoon 033 820 0388 of email: info@advocaten-van-waerde.nl

Laatste blogartikelen
Call Now Button Bel voor advies