Mail
 in arbeidongeschiktheid, Arbeidsovereenkomst, Arbeidsrecht, vaststellingsovereenkomst, ziekte

Het is mogelijk om tijdens ziekte een vaststellingsovereenkomst te sluiten met de werkgever en toch in aanmerking te komen voor een uitkering. Toch moet je als werknemer wel goed oppassen, want soms gaat het mis. In deze blog zal ik daar een voorbeeld van geven.

Beëindiging met wederzijds goedvinden

Enige tijd geleden schreef ik een blog over de mogelijkheden van ontslag tijdens ziekte. Ziekte is in beginsel namelijk een opzegverbod op grond van artikel 7:670 BW. Deze blog is hier te vinden. Een van de mogelijkheden, die ik daar beschreef was de beëindiging met wederzijds goedvinden. Deze komt tot stand door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Werkgever en werknemer bereiken overeenstemming over de voorwaarden waarop het dienstverband kan eindigen. Vervolgens meldt de werknemer zich voor het tekenen van de vaststellingsovereenkomst beter. Dit is een zeer gebruikelijke gang van zaken in het arbeidsrecht en in de meeste gevallen gaat bij het aanvragen van een (WW)-uitkering ook goed. Echter niet altijd, zoals het navolgende voorbeeld aantoont.

Wat was er aan de hand?

Een werkneemster is ruim 12 jaar in dienst bij haar werkgever. In 2018 is zij arbeidsongeschikt geraakt en pas na 6 maanden kon zij daadwerkelijk starten met de re-integratie. Partijen zijn in augustus 2018, dus nog tijdens de arbeidsongeschiktheid, gaan praten over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster liet zich bijstaand door een jurist, die gespecialiseerd was in het arbeidsrecht. In november 2018 is er een vaststellingsovereenkomst gesloten met een einddatum van het dienstverband van 1 maart 2019. In de vaststellingsovereenkomst staat een bepaling, die verklaart, dat de werkneemster arbeidsgeschikt is.

Op 30 januari 2019, dus nog voor het einde van het dienstverband, meldt de werkneemster zich (weer) ziekgemeld. Vervolgens vraagt zij per 1 maart 2019 een Ziektewet uitkering aan. Het UWV oordeelt, dat er sprake is van een doorlopende ziekte. Door tijdens ziekte (een opzegverbod) toch akkoord te gaan met een beëindiging van het dienstverband heeft zij een zgn. benadelingshandeling gepleegd. Het gevolg hiervan is dat er geen uitkering wordt toegekend door het UWV.

Procedure

De werkneemster start een procedure bij de kantonrechter. Zij stelt, dat (1) zij onredelijk is benadeeld door de werkgever, (2) zij heeft gedwaald, (3) onder druk is gezet door de werkgever om de vaststellingsovereenkomst te tekenen, terwijl niet duidelijk was of zij op dat moment nog arbeidsongeschikt was. Tenslotte zou zij niet zijn gewezen door de werkgever op de consequenties van het ziek uit dienst gaan.

De werkneemster verzoekt, kort gezegd, de vaststellingsovereenkomst deels te vernietigen en zo te wijzigen, dat zij alsnog in aanmerking komt voor een uitkering van het UWV.

Het oordeel van de kantonrechter

De kantonrechter wijst alle vorderingen van de werkneemster af. Er is onvoldoende onderbouwd, dat zij door de werkgever onder druk zou zijn gezet om tot een vaststellingsovereenkomst te komen. De werkneemster bleek als sinds 2015 onvoldoende te functioneren en was hierop al aangesproken. Er was tijdens de re-integratie nog steeds sprake van onvoldoende functioneren en zij hierop weer aangesproken. De werkneemster heeft vervolgens een afweging gemaakt en gekozen voor een beëindiging via een vaststellingsovereenkomst, aldus de kantonrechter.

Er is ook geen sprake van dwaling, want de werkneemster werd tijdens de onderhandelingen om tot een vaststellingsovereenkomst te komen, bijgestaan door een gespecialiseerde jurist. De werkgever mocht er op vertrouwen, dat de werkneemster wist waarmee zij akkoord ging. Kortom, alle vorderingen van de werkneemster werden afgewezen.

De volledige uitspraak van de rechtbank Overijssel is hier te vinden.

Conclusie

De conclusie is dan ook, dat er ook tijdens ziekte mogelijkheden zijn om het dienstverband te beëindigen, maar dat het wel oppassen blijft. Het is zowel voor de werkgever als de werknemer verstandig, dat zij zich laten adviseren door een arbeidsrechtspecialist in een dergelijk traject. In deze uitspraak bleek dat de werkneemster zich heeft laten adviseren en vervolgens een weloverwogen beslissing heeft genomen. Later op deze beslissing terugkomen was niet meer mogelijk. Mocht u hier meer over willen weten, dan kunt u contact opnemen met Advocaten van Waerde via telefoon 033- 820 03 88 of e-mail info@advocaten-van-waerde.nl.

Laatste blogartikelen
Call Now Button Bel voor advies